Fruitbedrijf Helsen

Jef en Virginie zijn de trotse eigenaars van een fruitbedrijf in Geel. Het bedrijf was vroeger een klein melkveebedrijf dat uitgebaat werd door de grootouders van Jef en later overgenomen door Jos en Paula, zijn ouders. Jos werkte in een proefbedrijf voor fruit en dat wekte zijn interesse voor verschillende appel- en perenrassen. Zij zijn gestart met enkele rijen appelbomen eind jaren ‘80. Door het succes van de thuisverkoop breidden ze jaar na jaar hun boomgaard uit.

Sinds juli 2017 hebben Jef en Virginie samen het fruitbedrijf overgenomen. Jef werkt al jaren in de fruitsector als adviseur voor fruittelers. Hij combineert deze job nog steeds met zijn fruitbedrijf omdat hij de kennis die hij opdoet in zijn job, rechtstreeks kan toepassen in de praktijk en omgekeerd. Virginie werkt ook nog enkele dagen als leerkracht en springt bij waar mogelijk. De twee kinderen Briek en Geike zijn de beste fruitinspecteurs: zodra ze thuiskomen van school, sneukelen ze graag een appeltje uit de winkel.

Het bedrijf is in vergelijking met de meeste andere fruitbedrijven vrij klein: ze hebben iets minder dan 5 hectare appels en peren. In tegenstelling tot de meeste fruitbedrijven in België verkopen ze niet via de fruitveiling maar rechtstreeks aan de klant via hun hoevewinkel/zelfbedieningswinkel, de markt en korte keten projecten zoals Vandeboer.be. Wat hen helemaal uniek maakt, is het uitgebreid assortiment van appel- en perenrassen. Momenteel hebben ze een 20-tal soorten appels en meer dan 5 soorten peren. Het is steeds de passie van Jos geweest om nieuwe, lekkere rassen te ontdekken. Zo kweken ze intussen zelfs rassen die oorspronkelijk uit Amerika, Nieuw-Zeeland en Japan kwamen.

Alle appels worden optimaal gebruikt om verspilling te voorkomen: de minder mooie appels worden geperst tot lekker appelsap en van dit sap maken ze sinds de zomer van 2019 ook een eigen cider. Mensen met dieren (of die zelf willen persen) kunnen in de winkel terecht voor goedkope 2de keus appels.

Als fruitteler leef je helemaal op het ritme van de seizoenen. In de winter worden de bomen gesnoeid om in het volgende jaar opnieuw topkwaliteit fruit te produceren. In het voorjaar is er de schitterende periode met bloesems. In de zomer wordt het overtollige fruit uitgedund zodat de vruchten een mooie grootte krijgen. In de herfst worden de vruchten geoogst. Leven op het ritme van de seizoenen heeft ook zijn nadelen: in de lente kunnen de tere bloesems bevriezen. Dit proberen ze te voorkomen door op het juiste moment te beregenen. Anderzijds kunnen ook hagel en stormwind het fruit serieus parten spelen.

Aangezien fruittelers heel afhankelijk zijn van de natuur, hechten Jef en Virginie veel belang aan milieubewust ondernemen. Omdat ze hun impact op de natuur zo klein mogelijk willen houden, kiezen ze voluit voor milieubewuste teelt. Momenteel wordt over heel de boomgaard druppelbevloeiing gelegd waardoor het waterverbruik met 70% verminderd kan worden t.o.v. het huidige systeem.

Op het bedrijf worden klassieke sproeistoffen zoveel mogelijk vermeden. Er worden natuurlijke middelen ingezet om roofdieren tegen te gaan. Ze maken o.a. gebruik van natuurlijke vijanden zoals lieveheersbeestjes, oorwormen, gaasvliegen, roofmijten en roofwantsen die de schadelijke beestjes vernietigen. Daarnaast werken ze ook met feromoonverwarring: er worden geurstoffen van vrouwelijke motten aangebracht in de plantage zodat de mannelijke fruitmotten in de war raken en ze de vrouwtjes niet terugvinden. Er hangt dan overal een “vrouwelijk” parfum. Dit zorgt ervoor dat er geen eitjes bevrucht worden en bijgevolg geen rupsen in de appels.
Ze hebben veel nestkastjes hangen die koolmezen aantrekken. Zo worden meer rupsen weggevangen. In samenwerking met Natuurpunt is er een kast voor kerkuilen in de loods geïnstalleerd. Deze kerkuilen bestrijden muizen en ratten die anders aan de wortels van de fruitbomen knagen. Tot slot is er een torenvalkenkast die bijna elk jaar bewoond wordt. Ook zij helpen bij het onderdrukken van de muizenpopulatie.

Voor de bewaring van het geoogste fruit werden speciale bewaringsmethodes ontwikkeld. De bewaring gebeurt in grote koelcellen waarvan niet alleen de temperatuur kan geregeld worden maar ook de luchtsamenstelling. Lager zuurstof- en hoger koolstofdioxidegehalte zorgen ervoor dat het fruit zo lang mogelijk in optimale omstandigheden bewaard kan worden. Op deze manier wordt het fruit in een soort "slaaptoestand" gebracht waardoor verdere rijping bijna helemaal stopgezet wordt. Wanneer dit fruit weer uit de frigo’s komt, beginnen de vruchten opnieuw zuurstof te ademen en loopt de rijping gewoon verder. Zo kunnen er 6 maanden na de oogst nog appels verkocht worden die smaken alsof ze net geplukt zijn.

Al vele jaren wordt er samengewerkt met een vaste imker die heel wat bijenvolken in de plantage zet tijdens de bloei. De bijen zorgen voor een betere bestuiving en meer en mooier gevormde vruchten. Uiteraard dragen ze zorg voor de bijen door geen middelen te gebruiken die mogelijk schadelijk kunnen zijn voor hen. Ze hebben immers baat bij gezonde bijen. De imker krijgt hierdoor lekkere honing en deze kan verkocht worden de winkel.
Sinds enkele jaren worden ook wilde bijen ingezet. Hiervoor worden zelfgebouwde nestkasten opgehangen om de ideale omstandigheden te creëren. Het voordeel van wilde bijen is dat zij ook onder ongunstige weersomstandigheden uitvliegen. Honingbijen vliegen niet goed uit wanneer het koud is of regent en net dan is er het meeste nood aan extra hulp bij de bestuiving.

Video appelpluk

Andere blogposts