Japanse andoorn is een winterhard knolgewas. In de winter sterven de bovengrondse delen van de plant volledig af. Na de winter maken de knollen nieuwe scheuten en ontstaat er dus een nieuwe plant uit elke knol. De Japanse andoorn is niet kieskeurig m.b.t. zijn standplaats, grondsoort en water- en mestbehoefte. Maar de teelt van crosne verdient een duidelijke voorkeur in lichte grond.
De knolletjes met een fijne, nootachtige smaak kunnen rauw in een salade verwerkt worden. Ze kunnen geroosterd worden als borrelhapje. Je kan ze bakken, blancheren, wokken of frituren in tempurabeslag.